Bijna september.

Er ontbreekt iets. Een onrustig gevoel dat er normaal gesproken voor zorgt dat ik ga eten als een fastfoodprullenbak en geen oog dichtdoe. Maar niks van dat alles. Betekent dat dat ik aan werkbesprekingen kan wennen? M’n werk van het afgelopen half jaar heb ik netjes opgehangen. Ik ben er blij mee, maar zullen mijn docenten dat ook zijn? Ik heb goede hoop, maar je weet maar nooit. De zenuwen zullen morgen wel komen. Een werkbespreking voelt voor mij alsof er tien mensen tegelijk mijn dagboek aan het lezen zijn en daar dan een mening over gaan hebben. Die vraag kan voorbij komen tijdens de werkbesprekingen. Dat zijn namelijk geen therapeutische gesprekken over de persoonlijke inhoud, maar gesprekken over materiaal, vorm, stijl, smaak en artistieke ontwikkeling. Alle studenten, jaar twee en drie, krijgen een half uur om in te gaan op het laatste semester. Wat ging er goed? Wat kan er beter? En wat zijn de plannen voor komend jaar?

En daarna begint de zomervakantie! Of naja.. vakantie… Stilzitten kan en wil ik niet. Ik heb de supertoffe kans gekregen om deze zomer mee te werken aan een voorstelling van De PeerGrouP. Prachtig, ik wil gedichten schrijven, fotograferen, schetsen et cetera, et cetera. Voordat ik het weet is het weer september. En dan begin ik aan jaar drie van mijn opleiding theatervormgeving. Tot dan!

Tweedejaars Theatervormgeving Marie van Linschoten schrijft iedere week een column over Academie Minerva.