Van een maximumkamerhuur van 125 euro profiteert iedereen.

Een maximumkamerhuur van 125 euro zal het leven voor iedereen een stuk aangenamer maken. Zelfs kamerverhuurders hebben er baat bij. Kortom, wie kan er eigenlijk tegen zijn?

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft berekend dat de gemiddelde student die op kamers woont een kleine duizend euro per maand nodig heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. De grootste uitgavenpost voor deze student is de kamerhuur. Een dak boven z’n hoofd kost de gemiddelde student volgens het Nibud 426 euro per maand.

Aan studiefinanciering ontvangt de gemiddelde uitwonende student volgens de allerjongste gegevens 507 euro per maand. (De rest van z’n inkomsten moet hij bij elkaar scharrelen door te werken en te lenen of z’n ouders lief aan te kijken.)

85 procent van de stufi verdwijnt zomaar in de portemonnee van de huisbaas

Is dat niet een beetje gek? Doelmatig is het in ieder geval niet: de overheid geeft de student 507 euro om hem in staat te stellen om te studeren en 85 procent van dat belastinggeld verdwijnt zomaar in de portemonnee van de huiseigenaar.

Omdat er een groot gebrek aan kamers in studentensteden is, kunnen huiseigenaren buitenissig hoge huren vragen. En helaas bezwijken velen van hen voor die verleiding.
Hoe hoog ook de huur, de vraag naar kamers is zo groot dat ze nooit lang leeg staan. De prikkel voor huiseigenaren om een fatsoenlijke tegenprestatie te leveren is niet groot. Hoe beroerd de staat van onderhoud ook is, er is altijd wel een student in nood die toehapt.

Een eigentijds gezegde: de één z’n nood is de ander z’n villa en luxeboot

Het gevolg is te zien in de studentensteden waar opmerkelijk veel huizen in slechte staat verkeren.
Natuurlijk, er zijn ook huiseigenaren die er wél voor zorgen dat de kamers die ze verhuren er tiptop uitzien. Huurbazen die altijd klaarstaan om de huurders met raad en daad bij te staan, maar het valt niet te ontkennen dat zij een minderheid vormen.

Het probleem is niet nieuw, maar we zijn inmiddels zover dat de doorsnee student z’n gemiddelde 426 euro moet neertellen voor een slordig afgetimmerd bezemhok dat hij moet delen met een muizenfamilie.
Het is hoog tijd dat de overheid paal en perk stelt aan deze praktijken, die fraai samen te vatten zijn in een eigentijds gezegde: de één z’n nood is de ander z’n villa en luxeboot.

Groningen zou het voortouw moeten nemen door een max-huur van 125 euro in te voeren

Landelijke wetgeving zou kunnen bestaan uit belastingheffing of een maatregel die burgers verbiedt om woningen te bezitten die ze niet zelf bewonen. Maar die wetgeving lijkt in de huidige politieke verhoudingen nog ver weg.
Groningen zou het voortouw kunnen nemen door te experimenteren met andere maatregelen. Waarom zou de gemeente Groningen bijvoorbeeld niet een maximum-kamerhuurprijs invoeren? Wanneer die 125 euro per maand zou zijn, heeft de doorsnee student 375 euro over voor z’n zorgverzekering, z’n boodschappen en een paar nuttige studiedingetjes.

Minder winst… daar weten mensen met ondernemingszin toch wel raad mee?

Vanuit de student bekeken is dit alleszins reëel. Hij kan z’n studiefinanciering besteden aan hetgeen waarvoor ze bedoeld is: studeren. De overheid is er ook bij gebaat, want het belastinggeld dat zij aan studiefinanciering uitgeeft, komt keurig op de juiste plek terecht.

Blijven over de huisjesmelkers, pandjesbazen en woningbeleggers. Ja, die schieten er bij in. Nou, minder winst… daar weten mensen met gezonde ondernemingszin toch wel raad mee? Bovendien kunnen ze profiteren van andere effecten van de maatregel. Zo kunnen ze zich voortaan op straat begeven zonder dat iedereen ze met de vinger nawijst. Zelfs hun huurders zullen ze met een gerust hart onder ogen kunnen komen. De maximumhuurprijs geeft hun de kans om zich te verlossen van het negatieve imago van hardvochtige huisbaas en verder door het leven te gaan als hartelijke huisvriend. Natuurlijk, dat zijn geen hard rinkelende huurpenningen, maar het is wel pure winst.

Kortom, een maximumhuurprijs van 125 euro, wie kan hier tegen zijn?

Foto (fragment): Quino Al