Van Gemert maakt kroonprins het hof.

WimvanGemertTwee uur liep kroonprins Willem-Alexander op 8 april rond in het Energy Transition Centre (EnTranCe) van de Hanzehogeschool. ‘Toch wonderlijk’, zegt zijn gids, lector Energietransitie, Wim van Gemert, ‘EnTranCe is weinig meer dan een paar barakken, maar we kregen al heel wat enthousiaste mensen van allerlei statuur over de vloer.’ In die zin was de prins van Oranje dus één van de velen, maar verder was het bezoek memorabel. ‘Het is tot op de minuut geprotocolleerd. Dat is wel jammer, voor een gewoon gesprek is nauwelijks ruimte. Af en toe, tijdens een opfrismoment.’ Die schaarse tijd vulde Van Gemert met zijn begeesterende verhaal. ‘Lokale initiatieven op energiegebied zullen de wereld veranderen. Veel mensen vinden het aantrekkelijk om zelf in hun energiebehoefte te voorzien. En technologie kan daarbij helpen. Die zelfvoorziening heeft onmiskenbaar een sociale dimensie. Je ziet nu al dorpen en wijken waar mensen samenwerken om die gemeenschappen van energie te voorzien. Daar gaan technologische en sociale innovatie hand in hand. Dat spreekt volgens mij enorm aan.’
De projecten van EnTranCe lopen stimuleren de interactie tussen technologie en samenleving. ‘We hebben zo’n dertig à veertig bedrijven die antwoorden proberen te formuleren op de behoeftes die burgers hebben. Die behoeftes zijn zelden economisch van karakter: er zijn maar bar weinig mensen die aan duurzame energie beginnen uit financiële motieven. Het gaat vooral om andere waarden, en die klinken misschien wat stichtelijk: de behoefte aan onafhankelijkheid en de behoefte aan gemeenschap. De vraagstukken die daarbij de kop opsteken, vragen om kleinschalige technische oplossingen. Tezamen vormen die oplossingen een maatschappelijke revolutie.’ Of dit in de schaarse tijd die Van Gemert op 8 april kreeg allemaal tot de aanstaande koning doordrong, is niet helemaal zeker, maar de lector denkt van wel. ‘Hij heeft al laten weten dat hij over een jaar of drie weer langskomt.’ Dat verbaast Van Gemert dan weer niet. ‘Dat is het wonderlijke. We zitten hier tamelijk primitief, een paar barakken op een lapje vette kleigrond, maar iedereen wordt enthousiast.’