Verhuizen.

Afgelopen weekend hielp ik een vriend bij het verhuizen. Het was zo’n afspraak die je makkelijk maakt, maar met redelijk veel spijt nakomt. Vooral omdat ik die zaterdagochtend er weer pijnlijk aan werd herinnerd dat je het beter op één type speciaalbier per avond kunt houden. Met een zwaar hoofd en een lichte kater hijs ik me op m’n krakkemikkige barrel. Godzijdank is het nieuwe woonadres minder dan vierhonderd meter van m’n huis verwijderd, wat de fietstocht zelfs bijna aangenaam maakt.

Ik probeer een excuus te verzinnen, maar ik raak verstrikt in een spinnenweb vol tongbrekende onzin

Als ik aankom staat de eerste lichting meubels al klaar. Die moet naar boven. Zoals het een goed vriend betaamt, heb ik vooraf natuurlijk niet gevraagd waar z’n kamer zich bevond. Nu ik het wel doe, krijg ik antwoord in de vorm van een grimas en een wijzende vinger. Bijna kaarsrecht omhoog. ‘Tweede verdieping’, volgt er droogjes.
De karige hoeveelheid motivatie verdwijnt als sneeuw voor de zon. Krampachtig probeer ik een excuus te verzinnen over deadlines en acute darmkrampen, maar ik raak verstrikt in een spinnenweb vol tongbrekende onzin. Er is geen weg meer terug, ik dien me als een gewillig werkpaard op te stellen.
Tot m’n grote vreugde gaat alles redelijk snel. Verbazingwekkend vlot belanden we bij het laatste voorwerp in de verhuiswagen: een prehistorisch orgel. Een tof ding, maar een hunebed is er niks bij. Een poging om het ding in mijn eentje op te tillen, gaat met te veel pijn en moeite.

We slepen het prehistorische orgel omhoog, trede voor trede, stapje voor stapje

Zelfs met twee man, is het een enorm log bakbeest. Wanneer we voor de eerste trap staan, is het uitpuffen geblazen. Ik begin het gevoel te krijgen dat we nog maar weinig verschillen van buurman en buurman. Twee idioten die met alle macht de wetten van de zwaartekracht tarten, niet omdat het kan, maar omdat het moet.
Maar het blijkt dus toch te kunnen. We slepen ons en het onding, trede voor trede, stapje voor stapje omhoog. We weten het duivelse apparaat zonder kleurscheuren boven te krijgen. Met één laatste krachtinspanning zetten we het orgel zwetend en hijgend in de kamer. Het laatste puzzelstukje. De tevredenheid straalt van het gezicht van m’n maat af. Het was een kutklus, maar het resultaat loont.
De zoete smaak van succes en het opwekkende voorjaarssfeertje maken me enthousiast. Op de fiets naar huis zou ik zweren dat m’n kater met de staart tussen de benen is afgedropen. In Groningen ben ik nog nooit verhuisd. Misschien wordt het eens tijd.