Skip to content
studentenhuis

Wat maakt een studentenhuis nou een echt thuis?

In Groningen staan duizenden studentenhuizen. Wat maakt een studentenhuis een thuis? De meiden van Standje Jozef doen een boekje open.

Het is een drukte van jewelste in Huize Standje Jozef, beter bekend als StaJo. ‘Vanavond is het hospi-avond, want onze huisoudste, Leonie, gaat het huis verlaten. Dus we moeten nog even flink schoonmaken voordat de hospitanten komen’, legt Amber uit. StaJo is een Dizkarteshuis, wat betekent dat alle meiden lid zijn van deze studentenvereniging die een thuishonk heeft in het hartje van het uitgaanscentrum van Groningen, de Peperstraat. ‘Sinds een jaar of acht wonen hier alleen maar Dizkartianen.’

StaJo, de naam van het huis roept misschien wat vragen op

De bewoonsters Amber Kal, Tessa de Nooijer, Leonie van Jaarsveld, Cato Jensma en Noor Boerrigter zijn tussen de 19 en 23 jaar oud en studeren aan de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit. Het huis bestaat al veel langer, maar draagt sinds kort de naam Standje Jozef. Die naam roept misschien wat vragen op, maar is volgens Leonie gebaseerd op hun huisnummer, 69. ‘Ja, dan spreekt die naam eigenlijk voor zich’, lacht ze.

Terwijl er in de keuken druk wordt gewerkt aan de bereiding van een studentikoos culinair hoogstandje  – wraps met kipkrokant – vertellen de meiden hoe het leven in hun huis eruitziet. Leonie: ‘Wij zijn allemaal echte doeners, dus iedereen heeft het altijd superdruk met studie, stage en werk. Het is dus niet zo dat we hier elke avond samen op de bank zitten.’

‘We zijn echt onderdeel van elkaars leven’

‘Toch willen we allemaal graag van elkaars leven op de hoogte blijven’, zegt Cato, ‘waar het kan maken we momentjes vrij om onze dag te bespreken en updates uit te wisselen. Soms voelt het bijna alsof we aan het speeddaten zijn.’
‘Dan scheelt het wel dat je een verenigingshuis bent’, voegt Tessa daaraan toe. ‘En dat iedereen een beetje in hetzelfde leven zit als jij, dezelfde dingen meemaakt en dezelfde mensen kent. We zijn echt onderdeel van elkaars leven.’

Eerst was er maar één depressiepanda, nu heeft iedereen er één

Favoriete activiteiten van de meiden zijn chillen aan de picknicktafel voor hun huis, samen sporten en studeren. ‘En we hebben natuurlijk onze depressiepanda’s’, roept Amber terwijl ze haar wrap dichtrolt. De depressiepanda fungeert als mentale steun voor iedereen die het nodig heeft. ‘Het begon met één panda. Als iemand even in een dipje zat, kon je hem als support meenemen naar je kamer en even lekker knuffelen. Uiteindelijk hebben we er nu allemaal één.’

De drie sleutelwoorden zijn chaos, gezelligheid en wijn: ‘Is er nog wijn? Sixty-nine!

Hoe de bewoonsters het huis in drie woorden zouden omschrijven? ‘Chaos!’, roepen Cato en Leonie. ‘Gezelligheid’, voegt Tessa toe. ‘Iedereen is heel verschillend en best wel chaotisch, maar dat accepteren we gewoon van elkaar’, zegt Cato. Noor: ‘Niemand heeft echt een vaste rol in huis, maar iedereen doet juist lekker met alles mee. Zo’n hecht huis is echt een toevoeging voor je studentenleven.’
Chaos, gezelligheid en… welk woord mogen we daaraan toevoegen? De meiden zijn het snel eens: wijn. Als uit één mond klinkt het: ‘Is er nog wijn? Sixty-nine!
verenigingshuis

Foto (fragment): Chris Curry