Zitmaaier.

M’n ouders hebben een redelijk grote tuin. Een groot gedeelte van deze redelijke grote tuin is gras. Dat moet af en toe worden gemaaid, da’s logisch. Een klusje waar ik vroeger een ongekende hekel aan had, maar dat ik tegenwoordig graag doe. Ik moet wel toegeven dat dit enthousiasme met name is ontstaan, nadat mijn ouders een zitmaaier hebben gekocht, maar dat terzijde. Zittend op het milieuvervuilende, ijzeren bakbeest, bedwing ik het gras. De smalle sprietjes delven het onderspit in de strijd tegen de vurig ronddraaiende ijzeren scharen.

Per meter die ik afleg, zie ik het resultaat: een fijne gewaarwording

Soms ligt er, niet ver van de boom, een appeltje in het gras. Zonder enig gemaar vermaalt de grasmaaier alles tot pulp. Per meter die ik afleg, zie ik het resultaat: een fijne gewaarwording.
In tegenstelling tot het machinegeweld dat onder mij plaatsvindt, verkeert mijn hoofd in absolute rust. Met twee oordopjes in die de buitenwereld goed afsluiten en waaruit een nummer van Tom Waits klinkt, werk ik structureel de vierkante meters af. Gedachten over van alles en nog wat komen en gaan. Er wordt gepeinsd, geërgerd en gefantaseerd. Levensvragen worden beantwoord en filosofische problemen worden opgelost.

De schoonheid van grasmaaien zit hem in het gedachteloze

Na afloop kieper ik het gemaaide gras op de composthoop ergens in de tuin. Het gras is gemaaid en het hoofd is geleegd. Per keer dat ik het doe, waardeer ik het meer. Een simpel klusje dat sommigen als tijdverspilling zien. Maar de schoonheid zit hem juist in het feit dat het gedachteloos werk is. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, tijdens gedachteloos werk kan ik het beste nadenken.
Als laatste zet ik de grasmaaier terug in de schuur, waar hij zal wachten tot de volgende keer. In de tussentijd groeit het gras, en laad ik mezelf op voor de volgende keer. Ik moet natuurlijk wel iets hebben om over na te denken, anders wordt het saai.