De stad is op slot, wat doen de internationals nu?
Eerstejaars sloffen door de centrale hal. In korte broek, op slippers en sokken, de pyjama doet het hier ook goed. Huiselijk is het, op het hangerige af. Het is bijna vier uur in de middag, Winschoterdiep 46.
‘We zitten bijna vol’, zegt Jesse. ‘Nou ja, een paar kamers zijn nog onbezet. Nee, wat dat betreft… eigenlijk verschilt het niet zo heel veel van andere jaren. En toch is het anders.’
Jesse is voor het derde en laatste jaar residence assistant op Winschoterdiep 46, een aaneenschakeling van KPN-kantoorblokken die een paar jaar geleden zijn omgebouwd tot 320 woonruimtes voor buitenlandse studenten.
Dit is het concept van de SSH: in de short stay wonen alléén eerstejaars
Kamers voor eerstejaars die in dat eerste jaar een ander onderkomen zullen moeten zoeken, want dat is het concept: in de short stay wonen alleen eerstejaars. De verhuurder is SSH Student Housing, een landelijke woningcoöperatie, die in Groningen samenwerkt met de Hanze en de Rijksuniversiteit die ervoor willen zorgen dat studenten uit het buitenland bij aankomst een dak boven hun hoofd hebben.
Jesse, een student lerarenopleiding Engels aan de RUG, is één van de student-beheerders.
Jongeren ver weg van huis, het gevaar zit in een klein hoekje en zo nu en dan is er gedoe
‘Als er wat is, kloppen de bewoners bij mij aan. Daar komt het op neer. Best vaak trouwens, ik ben net een uur thuis en ik heb al vijf mensen langs gehad. Kleine dingen, hoor, niks ernstigs.’
Jesse moet ook een oogje in het zeil houden. Het zijn jongeren ver weg van huis. Het gevaar schuilt in een klein hoekje en zo nu en dan is er wat gedoe. Maar meestal is het leuk, en soms een beetje té leuk.
‘Er kan veel’, zegt hij, ‘maar het moet niet te gek worden. Ook nu er in Groningen strenge maatregelen gelden, kun je gezellig samen in de keuken zitten… dat is prima. Maar het moet geen feestje worden, met mensen van buiten over de vloer.’
Schweinsteiger, een flinke knaap met nummer 31 op de rug, heeft een sixpack meegenomen
Ondertussen gooit een student buiten de brand in een rokertje. Hij posteert zich tegen één van de fraai paars geverfde pilaren die het kleine afdak voor de voordeur stutten.
Het is guur, maar al snel is de filterzuiger niet meer alleen. Roken doet roken.
Een flinke knaap, gehuld in een voetbalshirt van FC Bayern München voegt zich bij het rap in aantal aanzwellende groepje. Schweinsteiger, nummer 31 op de rug, heeft een sixpack meegenomen.
‘Corona hakt er wel in’, zegt Jesse. ‘Dit zijn allemaal eerstejaars, achttien, negentien jaar. Ze komen overal vandaan, van Algerije tot Argentinië. De meesten zijn inmiddels redelijk gesetteld. Maar het is dus ook een moment waarop goed tot hen doordringt dat allerlei leuke dingen niet mogelijk zijn. De stad zit op slot. Dus is het vooral hier blijven en er het beste van maken.’
Het klinkt somberder dan het is. Het groepje voor de deur kletst als waren het oude vrienden. Het volume van de stemmen gaat omhoog. Schweinsteiger neemt een flinke slok. Het is half vijf, zon en wolken spelen kiekeboe, de dag is nog maar net begonnen. Net als de studie.