Hoe ga jij om met die ongewenste spookhuisgenoot?

Een spookhuisgenoot? Een huisgenoot die er nooit is, of misschien nog wel enger, een huisgenoot waarvan je niet weet of ie er is. Wat moet je ermee?

Zelf heb ik al twee huisgenoten gehad die er (bijna) nooit waren en meer dan eens zei ik dan tegen mijn overige huisgenoten: ‘Ik begrijp niet dat ze deze kamer nog heeft, een hotel is veel goedkoper.’
Spookhuisgenoten. Als ik mijn vrienden vertel over de situatie met mijn spookhuisgenoot reageren ze koeltjes. De één kent wel iemand die ook zo’n huisgenoot heeft, de ander heeft er zelf één gehad. Ik ben verrast, ik had me nog niet eerder gerealiseerd dat er veel meer spookhuisgenoten zijn.

Je twijfelt aan hun bestaan, ze zijn (bijna) nooit thuis, of ze zijn wel thuis, maar dan zie je ze nooit

Spookhuisgenoten dus, de naam zegt het al. Het zijn de huisgenoten die leven als een soort spook. Je twijfelt aan hun bestaan, ze zijn (bijna) nooit thuis, of ze zijn wel thuis, maar dan zie je ze nooit. Op verschillende blogs wordt er wel over gesproken, maar een officiële term is het niet.

Hoe je aan een spookhuisgenoot komt, verschilt een beetje. Teun (20), die Built Environment aan de Hanze studeert, wil er wel over praten, maar dan onder een andere naam (hij is bang dat zijn huisgenote dit stuk leest en er niet blij mee is). De huisgenote van Teun veranderde langzamerhand in een spookhuisgenoot. De mensen waarmee ze bevriend was gingen in de loop der tijd uit het huis. ‘Toen is ze een beetje afgezonderd geraakt’, zegt Teun. ‘Ze gaat naar haar werk rond een uur of twee ’s middags. Dan is ze de hele dag daar en ’s nachts gaan ze nazitten.’ Teun komt haar soms tegen, als ze naar haar werk gaat bijvoorbeeld, of wanneer hij vroeg de deur uit gaat en zij net thuiskomt.

Een hele normale jongen, hij komt hier, slaapt hier en dan is ie weer weg

Hanze-student Iris (23) heeft ook ervaring met spookhuisgenoten. ‘We hebben er wel twee gehad, eigenlijk. De eerste was er eerst altijd wel, maar op een gegeven moment kwamen er meer nieuwe meiden in huis en toen was ze gewoon weg.’ Ze verhuisde toen er nog meer nieuwe mensen in het huis kwamen wonen. ‘Onze tweede spookhuisgenoot had nog best veel dingen thuisthuis. Dan kwam ze op maandag en ging ze op woensdag weer weg.’

Sommige mensen zien hun spookhuisgenoot nog minder dan Teun en Iris. De 21-jarige studente Fysiotherapie Emma (niet haar echte naam): ‘Ik denk dat ik hem misschien tien keer heb gezien, of misschien vijftien keer. Dit is het derde jaar dat ik hier woon. Ik weet nooit of hij hier is.’ Toen Emma al twee maanden in het huis woonde kwam hij zich voorstellen. ‘Toen dacht ik: hoi, wie ben jij? Bleek het gewoon mijn huisgenoot te zijn. Het was een hele normale jongen, hij komt hier, slaapt hier en dan is ie weer weg.’
Eerder konden Emma en haar huisgenoten op basis van zijn fiets zien of hij wel of niet thuis was, maar nu staat de fiets altijd thuis. Eng is Emma’s spookhuisgenoot niet. ‘Een hele leuke jongen. Als we huisavond hebben, dan kan ie ook gewoon aanhaken enzo. Maar hij is er bijna nooit.’

‘Het is fucked-up, je kunt er niks mee, ik bedoel, hij huurt gewoon’

Niemand is echt blij met de spookhuisgenoot. Teun: ‘Ja het is wel klote, want die kamer kan net zo goed gebruikt worden door iemand die wel veel tijd in het huis wil stoppen.’ Emma: ‘Het is ook gewoon heel zielig voor de mensen die van ver moeten komen en geen kamer kunnen vinden. Dat is gewoon fucked-up.

Ze zouden er ook wel wat aan willen doen, maar wat? Dat is niet helemaal duidelijk. Emma: ‘Je kunt er niks mee, ik bedoel, hij huurt gewoon.’ Iris en haar huisgenoten gingen uiteindelijk het gesprek aan met de spookhuisgenoot. ‘We hadden al een keer gezegd dat de klik er niet zo is, meer om te peilen hoe dat bij haar zat. Toen zei ze dat ze misschien wel ergens anders wilde wonen, misschien kleiner. Toen hebben we gezegd, oké prima, maar dan wel voor die datum.’ Die datum verstreek, ‘Op een gegeven moment was het zomer en toen zeiden we dat het per 1 september echt wel klaar was. Toen verhuisde ze.’
Teun vertelt dat zijn huisgenote er waarschijnlijk wel uit gaat rond de zomer. Ze gaat op zoek naar een andere woning. Maar tot die tijd is het vooral klote. ‘We hebben er meer last van dan we er plezier uit halen.’

Foto (fragment): Carlos Nunez