Waarom zou je lid worden van een studentenvereniging? Silke en Ellen vertellen je het

Buiten valt de regen met bakken uit de hemel. Binnen zitten eerstejaars HBO-Rechten Ellen en derdejaars Fysiotherapie Silke. Silke (23) is al drie jaar lid van studentenvereniging Albertus. Ellen (19) uit Stadskanaal zou het misschien wel willen worden.

Waar denken jullie aan bij het woord studentenvereniging?

Ellen (E): ‘Feestjes, zuipen, doodgaan.’

Silke (S): ‘Vrienden maken. Daar gaat het om. Zuipen en ontgroeningen, dat hoeft echt niet meer. Het gaat vooral om connecties maken en andere mensen ontmoeten. En natuurlijk ook om feesten.’

Welke vooroordelen ken je over studentenverenigingen?

S: ‘Vroeger was ik best tegen studentenverenigingen. Ik kom uit een dorpje dichtbij Leeuwarden en dacht altijd dat verenigingen volzaten met studenten met rijke ouders. Elitaire, onbereikbare mensen. Nu weet ik natuurlijk beter.’

E: ‘Wanneer verenigingen in het nieuws komen is dat altijd met iets negatiefs. Dat bepaalt het algemene beeld. Niet helemaal eerlijk, denk ik.’

S: ‘Klopt. Wanneer ik tegen iemand zeg dat ik bij Albertus zit, krijg ik vaak de reacties: O, dat zijn die mensen die dit en dit hebben gedaan. Dan moet ik mezelf verdedigen, want zo ben ik niet.’

E: ‘Dat vind ik jammer, dat zulke verhalen het hele idee zo verpesten. Ik wil onbevooroordeeld zijn.’

S: ‘In onze vereniging wordt extreem veel aan studenten gedacht. Er zijn bijvoorbeeld groepsapps waarin we elkaar kunnen helpen. Maar zoiets hoor je nooit op het nieuws.’

E: ‘Het zit in de naam die de verenigingen hebben.’

S: ‘Klopt. Wanneer er ergens een misstand is, krijg ik altijd appjes met de vraag of ik er ook bij betrokken was. Die connectie blijf je wel houden.’

Waarom zou je eigenlijk lid worden?

S: ‘Ik kwam hier helemaal alleen. In het eerste jaar miste ik bepaalde connecties. Ik voelde me best eenzaam, alsof er iets niet klopte. Het idee van studentenverenigingen sprak me wel aan, maar ik twijfelde enorm. Een vriendin zit bij de zustervereniging van Albertus in Delft. Zij zei: Sil, je moet er gewoon voor gaan. Ik dacht fuck it en ik heb me gewoon ingeschreven.’

E: ‘Gaaf! Ik word geen lid, want ik woon nog in Stadskanaal. Als ik al zou willen, thuis wonen en het lidmaatschap is niet eens haalbaar.’

Welke rol speelden familie en vrienden bij je besluit om lid te worden?

S: ‘Mijn ouders waren eerst heel erg tegen, want ze kenden de slechte verhalen. Nu vinden ze het zelfs leuk dat ik erbij zit, omdat ze inzien dat het heel goed voor mij is geweest. Als ik nu naar mijn oude dorp ga, mis ik al snel de drukte van de stad.’

E: ‘Ja, dat heb ik ook. Stadskanaal voelt soms wel als een dood hol, ondanks alle vrienden die ik daar heb. Mijn ouders zijn trouwens niet tegen een studentenvereniging, maar het is nu gewoon niet haalbaar.’

Silke, heb je tips voor studenten die lid zouden willen worden?

S: ‘Kijk even rond, probeer als introducé mee te gaan. Onthoud dat het jouw studententijd is, dus geniet er lekker van. Trouwens, als de vereniging je niet bevalt kun je je altijd uitschrijven. En het is zonde als je er achteraf spijt van krijgt dat je geen lid bent geworden. De vooroordelen gaan maar over één procent van de leden. Met hen zul je hoogstwaarschijnlijk nooit omgaan. Ik vind Albertus een verrijking van mijn leven. Je moet natuurlijk nooit iets doen wat je niet wilt, maar out of the box gaan is ook wel belangrijk. Maak het jezelf maar eens moeilijk, dat is goed voor je.’

Foto: Joe Ciciarelli