Zo sneuvelde jouw basisbeurs (en bouwde je een forse schuld op)

Een forse schuld opbouwen is voor de huidige student doodnormaal. Bijna dertig jaar lang was dat anders, totdat de politiek in 2015 een einde maakte aan de basisbeurs. Over spijkerharde bezuinigingen en mooie beloftes. ‘Het ontplofte die avond volledig.’

Verslagen en teleurgesteld zijn ze, en vooral doodmoe. Na maanden vergaderen, protesteren en discussiëren, en na een spannend debat van bijna veertien uur, is het om 23.37 uur op 20 januari 2015 zover: het doek valt voor de basisbeurs. Er komt een ‘sociaal leenstelsel.’ Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol: ‘Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 36 tegen 29 stemmen is aangenomen.’

‘We waren die ochtend al heel vroeg op het Binnenhof met bonden van studenten en scholieren om vanaf de publieke tribune alles te volgen’, zegt toenmalig voorzitter Tom Hoven van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), tegenwoordig woordvoerder bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
‘Het debat was geen gelopen race, al wisten we dat we met een behoorlijke achterstand begonnen. Wij, de betrokken ambtenaren en de minister waren allemaal zenuwachtig over de uitkomst, dat weet ik zeker. Uiteindelijk viel ik om drie uur ’s nachts teleurgesteld en tollend van de spanning in slaap in een Haags hostel.’

afschaffing basisbeurs
LSVb-voorzitter Tom Hoven spreekt op 14 november 2014 tijdens de leenstelseldemonstratie op het Malieveld (foto: LSVb)

Ook Andrej Josic, toen actief bij het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), kan zich vijf jaar later de teleurstelling nog haarscherp herinneren. Het was voorbij.
‘Ik vond het vooral jammer dat die periode van debatten volgen en besprekingen met het ministerie en Kamerleden abrupt eindigde. Om te overleggen hadden we veel met de trein gereisd, eindeloos in de driehoek Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Met de studentenbonden vergaderden we in een fastfoodketen bij het Binnenhof. Stel je voor, ik had als zeventienjarige direct contact met Kamervoorzitter Anouschka Miltenburg. Op mijn telefoon stonden mobiele nummers van een heleboel politici. We mochten stukken inzien voordat ze werden behandeld in de Tweede Kamer. Dat was heel indrukwekkend.’

Andrej Josic: ‘Ik zat in m’n eentje bij minister Bussemaker, superstom: ik had nog nooit een wetsvoorstel gezien’

Josic zat namens het LAKS enkele maanden eerder bij minister van Onderwijs Jet Bussemaker aan tafel toen de bonden het voorstel voor het leenstelsel mochten inzien voordat het naar de Tweede Kamer werd gestuurd. ‘Ik zat in m’n eentje. Superstom: ik had nog nooit een wetsvoorstel gezien. Het was een pak papier vol juridische termen en renteberekeningen. Nu zou ik het kunnen lezen, maar ik keek toen geïntrigeerd naar Bussemaker die tegenover me zat. Toen werd gevraagd naar onze reactie zei ik: “Ik sluit me aan bij de LSVb”, dat leek me het beste.’

Tom Hoven gebruikte dezelfde bijeenkomst om de minister uit te nodigen voor de manifestatie tegen het leenstelsel op het Malieveld op 14 november 2014.  De student Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek uit Nijmegen liep naar zijn Eastpak-rugzak, toverde het A4’tje met de uitnodiging tevoorschijn en legde dat voor de minister op tafel. Of hij het wetsvoorstel niet eerst wilde lezen?, informeerde een ambtenaar. Zijn antwoord: ‘Nee, dat is niet nodig volgens mij.’ Voor Hoven stond op dat moment al vast dat het sociaal leenstelsel slecht zou uitpakken voor toekomstige studenten. ‘We hebben eerst lang getwijfeld: er was vrij weinig bekend toen het plan in 2012 in het regeerakkoord werd opgenomen. Maar vanaf het begin had ik problemen met het opzadelen van jonge mensen met grote schulden.’

afschaffing basisbeurs
In 1988 protesteerden studenten tégen de invoering van de basisbeurs (foto: Rob Bogaerts/Anefo).

Ook bij de scholierenbond was discussie over de vraag wat ze aan moesten met dat rare leenstelsel. Josic: ‘De studentenbonden deden moeite doen ons te overtuigen dat het ging om de toekomst van onze achterban. Uiteindelijk hebben we ons  aangesloten bij de protesten. De eerste acties waren allemaal vrij ludiek en lief. Zo hebben we alle parlementariërs een blauw spaarvarkentje gestuurd. Voor ons was het voornaamste argument tegen het leenstelsel dat studeren voor een grote groep niet meer betaalbaar zou worden.’

De studentenbonden en enige Kamerleden probeerden zo veel mogelijk Kamervragen op te stellen voor de laatste vragenronde

Wat achteraf de kansrijkste actie om de basisbeurs te redden bleek, was verre van ludiek of lief. Onderwijsminister Jet Bussemaker zat met het voorstel voor het leenstelsel nogal in een tijdsklem. Uitstel of schorsing van het Tweede Kamerdebat dat voor eind oktober 2014 op de agenda stond, zou slecht kunnen uitpakken.
Dus gingen de studentenbonden en enige Kamerfracties hard aan de slag om zo veel mogelijk Kamervragen op te stellen voor de laatste vragenronde. Het doel: vertragingen en schorsingen in het debat, uitstel en uiteindelijk wellicht afstel van het wetsvoorstel. Josic: ‘We verzonnen de meest onnozele detailvragen die we ook nog eens met allerlei kleine wijzigingen opnieuw opstuurden. We hadden echt goede hoop dat we de zaak konden rekken.’

Al jaren voor dit politieke eindspel was duidelijk dat de basisbeurs het loodje zou leggen

De betrokken bonden en partijen hadden echter geen rekening gehouden met het arbeidsethos op het ministerie van Onderwijs. Een groep ambtenaren is de nacht voor het debat bezig geweest om tientallen pagina’s met 170 vragen netjes van een antwoord te voorzien, zodat Bussemaker in de Kamer het tempo erin kon houden.
Al jaren voor dit politieke eindspel was het duidelijk dat de basisbeurs het loodje zou leggen. Achteraf gezien waren de scholieren en studenten kansloos, spaarvarkentjes, manifestaties en karrenvrachten Kamervragen of niet. In de politiek was langzamerhand geen enkele partij meer echt tevreden over de basisbeurs.
SP-Kamerlid Jasper van Dijk, tot 2016 woordvoerder onderwijs in de Tweede Kamer, kan zich herinneren dat toenmalig minister van Onderwijs Ronald Plasterk al in 2007 een balletje opgooide of het geen tijd was om afscheid te nemen van de basisbeurs. ‘Dat was één van zijn vele kansloze proefballonnetjes. Maar het maakte de geesten wel langzamerhand rijp voor het idee.’

Lisa Westerveld, nu Kamerlid voor GroenLinks: ‘In 2007 was ik net voorzitter van de LSVb. Ergens in oktober aan het begin van de avond werd ik gebeld door RTL Nieuws. Ik zat in mijn trainingspak in de trein van Utrecht naar Nijmegen, ik was op weg naar een voetbaltraining. Ze vroegen me om zo snel mogelijk naar Hilversum te komen. Pas in de studio wilden ze me vertellen waarom: ambtenaren van het ministerie hadden gelekt dat ze bezig waren met berekeningen over wat de invoering van het leenstelsel zou opleveren. Dat werd die avond megagroot. Het ontplofte volledig.’

Linkse partijen hadden van oudsher ideële motieven om de basisbeurs ter discussie te stellen

De dag erna werd Westerveld met de voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) opnieuw met spoed uitgenodigd, dit keer op het ministerie. ‘Plasterk verzekerde ons dat hij tijdens zijn termijn echt niet zou morrelen aan de studiefinanciering. Ik denk dat hij geschrokken was van de ophef. Niet veel later werd duidelijk dat er één miljard euro nodig was voor de leraren, dus ik denk dat zijn ambtenaren met allerlei scenario’s werkten om te kijken hoe ze dat bedrag bij elkaar konden krijgen.’

De linkse partijen hadden van oudsher ideële motieven om de basisbeurs ter discussie te stellen. Ze vonden het niet terecht dat het meeste geld kwam bij studenten met rijke ouders die ook zonder beurs wel zouden gaan studeren. Politiek rechts is grosso modo voorstander van een kleine overheid en meer eigen verantwoordelijkheid voor de burger, en dus ook voor de student.
Het laatste zetje voor het leenstel was: geld. Of beter gezegd, het tekort aan geld. De basisbeurs bleek door de jaarlijks stijgende studentenaantallen niet meer te betalen. Mede door de bankencrisis en de daaropvolgende economische recessie moest het in 2012 aangetreden kabinet Rutte-II drastisch bezuinigen. In totaal wilde het kabinet zestien miljard ‘ombuigen’. Het land had nog nooit vertoond crisismanagement nodig, en wel snel.
Op het hoger onderwijs zelf kon eigenlijk niet worden bezuinigd: de groei van het aantal studenten holde het onderwijs uit. Om de internationale toppositie te handhaven, zou er juist geld bij moeten, betoogde bijvoorbeeld de commissie-Veerman onder luide bijval van universiteiten, hogescholen en verschillende politieke partijen.
afschaffing basisbeurs
‘Er komt een sociaal leenstelsel in het hoger beroeps- en universitair onderwijs voor de basisbeurs in de bachelor- en in de masterfase. Dit geldt voor nieuwe studenten met ingang van september 2014. De aanvullende beurs blijft buiten het sociale leenstelsel, om de toegankelijkheid van het onderwijs te garanderen,’ luidt de aankondiging op pagina 19 van het in oktober 2012 gesloten regeerakkoord tussen de (onwaarschijnlijk geachte) coalitiepartners VVD en PvdA.

Jasper van Dijk (SP): ‘Studenten zijn slachtoffer geworden van het feit dat GroenLinks wilde laten zien dat ze regeringsfähig waren’

Het renovatie- en bezuinigingsakkoord waarin dit stond (Bruggen slaan) werd door partijleiders Mark Rutte (VVD) en Diederik Samsom (PvdA) gepresenteerd, op de achtergrond een foto van een net opgeleverde brug bij Amsterdam IJburg. Over toekomstige schulden van studenten werd met geen woord gerept. Het voornemen om de beurs af te schaffen stond onder het kopje ‘Van goed naar excellent onderwijs’.
VVD en PvdA hadden voor verschillende plannen echter steun van de oppositie nodig, omdat ze geen meerderheid in de Eerste Kamer hadden. Het eerste voorstel voor het leenstelsel van onderwijsminister Jet Bussemaker (PvdA) haalde het dan ook niet, onder meer omdat onduidelijk was waar de opbrengsten van de bezuiniging zouden terechtkomen. Jasper van Dijk (SP): ‘Ik hoopte toen even dat uitstel tot afstel zou leiden, maar dat gebeurde niet.’
Betrokkenen wijzen vooral naar GroenLinks als het gaat om de vraag welke partij verantwoordelijk was voor het feit dat er uiteindelijk een voorstel op tafel kwam waar politiek een meerderheid voor was. Dit kon door het aanbrengen van wat werd gezien als een paar cosmetische veranderingen: het verhogen van de aanvullende beurs en het benoemen van een bestemming voor de opbrengst van de bezuiniging. Van Dijk: ‘Pieter Duisenberg van de VVD en Jesse Klaver van GroenLinks – en later Mohammed Mohandis van de PvdA en Paul van Meenen van D66 – hebben een afspraak gemaakt, thuis onder de terrasverwarmer van Duisenberg. In mijn ogen zijn studenten het slachtoffer geworden van het feit dat GroenLinks wilde laten zien ook regeringsfähig te zijn, en dat de partij verantwoordelijkheid durfde te nemen.’

afschaffing basisbeurs
GroenLinks-kamerlid Lisa Westerveld: ‘Ook nu is er in de Tweede Kamer geen meerderheid voor investeringen in onderwijs. Dat is pijnlijk, maar wel een realiteit.’ (foto: Wikimedia)

Lisa Westerveld en Janós Betkó willen best bevestigen dat hun partij verantwoordelijkheid wilde nemen. Maar het beeld dat GroenLinks eigenhandig de basisbeurs om zeep heeft geholpen ten faveure van het leenstelsel, daar kunnen ze zich niet in vinden. Betkó, tegenwoordig beleidsadviseur in Nijmegen en blogger, is al jaren actief in de partij: ‘Als je de verkiezingsprogramma’s van 2012 erop naslaat, zie je dat er geen enkele partij daadwerkelijk geld wilde investeren in hoger onderwijs. De SP hoopte honderden miljoenen euro’s weg te halen bij de universiteiten omdat het onderwijs met minder managers kon, het CDA zag wel iets in een leenstelsel voor de masterfase en een versobering van het ov-reisrecht. Dat had studenten ook flink geraakt.’
Westerveld: ‘Er moest echt veel bezuinigd worden. Ook nu merk ik in de Tweede Kamer dat er gewoon geen meerderheid is voor investeringen in onderwijs. Dat is pijnlijk, maar wel een realiteit.’
Zowel zij als Betkó bewandelden om bij de partij actief te worden trouwens een gebruikelijke route: via de studentenbond LSVb. GroenLinks had jarenlang in haar programma staan dat ze voorstander was van een zogeheten studietaks, een systeem waarbij je meer inkomstenbelasting betaalt als je hoger onderwijs hebt genoten. Dit plan ontwikkelden LSVb, de PvdA en GroenLinks rond 2003, en Betkó en Westerveld zijn er nog steeds voorstander van.

Lisa Westerveld: ‘Ik had 45 seconden om te vertellen waarom het leenstelsel een slecht idee was: leenangst, ongelijkheid et cetera’

Het duo heeft geknokt voor behoud van de basisbeurs, vertellen ze. In de aanloop naar de verkiezingen van 2012 kwam de programmacommissie van GroenLinks met het voorstel voor een leenstelsel ter vervanging van de basisbeurs. Betkó: ‘Wij waren daar vanuit de onderwijswerkgroep tegen, en wilden een amendement indienen op het partijcongres. Ik was in het buitenland, dus Lisa zou het amendement toelichten op het congres.’
Westerveld: ‘Dat gaat zo: je haalt bij leden van het congres zogenoemde briefjes op, waarmee je spreektijd krijgt. Als je voldoende briefjes hebt mag je op het podium je amendement toelichten. Ik had genoeg briefjes voor ongeveer 45 seconden. Dan leg je uit waarom het leenstelsel een slecht idee is: leenangst, ongelijkheid et cetera. Daarna vertelt Jesse Klaver en iemand van de programmacommissie waarom het leenstelsel wel een goed idee is.’
De verhouding op het congres leek 50-50. ‘Uiteindelijk waren er volgens mij negen stemmen meer tegen ons amendement, nog geen één procent van de ongeveer 1.500 bezoekers van het congres’, herinnert Westerveld zich.

‘Ik was blij dat het niet op één stem verschil uitkwam. Dan zou ik me wel echt slecht gevoeld hebben,’ zegt Batkó. ‘We wisten dat de partij verdeeld was. En het is geen breekpunt zoals duurzaamheid of oorlogsmissies. Op macroniveau snap ik het ook wel: je haalt met die basisbeurs toch geld weg van de hele samenleving en dat geef je aan mensen die later in meerderheid veel geld verdienen. Het gaat echter mis op microniveau: als alle studenten zich diep in de schulden moeten steken om te kunnen studeren, geldt dat ook voor bijvoorbeeld de student Verpleegkunde die later een modaal inkomen heeft. Die koopt er niets voor dat hoogopgeleiden gemiddeld een hoog inkomen hebben.’

afschaffingbasisbeurs
Historicus Pieter Slaman over 200 jaar studiefinanciering: ‘De partijen praten voortdurend langs elkaar heen.’ (foto: Arash Nikkhah)

Dat de basisbeurs in werkelijkheid de inkomensverschillen in stand hield in plaats van verkleinde, was volgens Pieter Slaman voor progressieve partijen altijd al een steen des aanstoots. De historicus aan de Universiteit Leiden promoveerde op het onderwerp en schreef onder meer Staat van de student, Tweehonderd jaar politieke geschiedenis van studiefinanciering in Nederland.
‘Tot op de dag van vandaag is het hoger onderwijs natuurlijk geen afspiegeling van de bevolking. Hogere inkomensgroepen zijn oververtegenwoordigd. De basisbeurs heeft dat alleen maar versterkt. Veel mensen zijn dat alweer vergeten.’

Als specialist op dit gebied bekijkt Slaman de discussies af en toe tandenknarsend.
‘Betrokkenen en politici praten voortdurend langs elkaar heen. De een komt met een inkomensargument, de ander met een onderwijskundig argument. Aan het eind van het verhaal is er geen duidelijke conclusie.’

Bijna iedere politieke stroming kon haar eigen verhaal en argumenten plakken op het afschaffen van de basisbeurs

De basisbeurs was bij de afschaffing geen schim meer van wat die ooit is geweest.
Slaman: ‘De eerste basisbeurs was heel royaal. Je kreeg 600 gulden als gift. Daar kwam een aanvullende beurs bovenop, lenen was er eigenlijk helemaal niet bij. In de loop der jaren daarna zijn studenten, respectloos geformuleerd, een dankbare kip gebleken om van te plukken. Er is steeds iets van de beurs afgehaald.’
Bijna iedere politieke stroming kon uiteindelijk haar eigen verhaal en argumenten plakken op het afschaffen van de basisbeurs. De regering had daarmee – in goed Nederlands – een window of opportunity te pakken om het voorstel door te voeren. De PvdA en GroenLinks betoogden dat er met het afschaffen van de basisbeurs eindelijk een einde kwam aan het subsidiëren van de hogere inkomens via de studiefinanciering, voor de VVD kwam er een miljard bij op de bezuinigingsteller en D66 zag de wens te investeren in het hoger onderwijs in vervulling gaan.

En de studenten en scholieren? Die kregen van de minister te horen dat ze weliswaar hun basisbeurs moesten inleveren, maar dat ze daar al snel beter onderwijs voor terugkregen. Universiteiten en hogescholen beloofden dat ze, vooruitlopend op het beschikbaar komen van de basisbeursmiljoenen, de eerste jaren 600 miljoen euro zouden vrijmaken uit hun vaak stevige vermogens om het onderwijs alvast kleinschaliger en intensiever te maken.

Minister Bussemaker tegen de demonstranten: ‘Laat je niet gek laten maken door spookverhalen over de gevolgen van het leenstelsel’

Ook het geld dat vanaf 2018 daadwerkelijk vrij kwam door de bezuiniging zou rechtstreeks in het hoger onderwijs worden gestoken. Afgestudeerden zouden maximaal vier procent van hun inkomen kwijt zijn aan het aflossen van de studieleningen, en de medezeggenschap van studenten op alle instellingen mocht meebeslissen over de besteding van de basisbeursmiljoenen.
Wie kon daar nou tegen zijn?

Op het Malieveld in Den Haag stonden in november 2014 slechts een paar duizend studenten en scholieren om te demonstreren tegen het leenstelsel. De Tweede Kamer had de ‘Wet Studievoorschot’ al aangenomen. Onderwijsminister Jet Bussemaker riep de demonstranten op zich ‘niet gek te laten maken door spookverhalen over de gevolgen van het leenstelsel’. Ze voegde eraan toe dat in de jaren 80 maar liefst 35 duizend studenten op hetzelfde Malieveld hadden geprotesteerd tegen de basisbeurs, bij de invoering. Verantwoordelijk minister Wim Deetman werd bij één van de protesten zelfs in zijn buik geschopt. Toenmalig studentenleider Maarten Poelgeest (nu GroenLinks-politicus) heeft eens laten weten dat hij in de jaren 80 meteen zou hebben getekend voor studiefinanciering die lijkt op het huidige leenstelsel – als er toen maar geen basisbeurs zou komen.

Ook andere bezwaren tegen het leenstelsel werden weggewuifd. Dat ‘leenangst’ de toegankelijkheid in gevaar zou brengen, werd weerlegd met onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De principiële vraag wie er moet investeren in de toekomst – de overheid of de jongeren zelf – werd niet gesteld. Anno 2015 had de verzorgingsstaat goeddeels afgedaan en waren marktwerking, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid de politieke toverwoorden.

Waarom braken er geen grootschalige protesten uit?

Historicus Slaman: ‘Daar komt bij: ouderen zijn altijd veel beter vertegenwoordigd in de politiek dan jongeren. Studenten worden ook niet als een kwetsbare groep gezien waarvoor in de samenleving grote steun bestaat. Er hangt toch een beeld omheen van feestvierende individualisten die niet meer te porren zijn voor demonstraties.’

Tom Hoven en andere politiek actieve studenten hadden eind 2015 nog de hoop dat de Eerste Kamer roet in het eten zou gooien. Het kabinet had zoals gezegd geen meerderheid in de Senaat. De studenten hoopten dat met name PvdA-senatoren die zich niet zouden houden aan de fractiediscipline, tegen het leenstelsel zouden stemmen – iets dat eerder was gebeurd.

Neutraal terugkijken op de toenmalige actiebereidheid kan Hoven nog steeds niet. Waarom er geen grootschalige studentenprotesten zijn uitgebroken? ‘Moeilijk te zeggen. Het ging bij het sociaal leenstelsel niet over de principiële vraag of studenten bereid waren schulden aan te gaan, lenen deden ze al. Het ging over de hoogte van de schulden. Middelbare scholieren die voor de jaren erna wel hun basisbeurs kwijtraakten – als die al op de hoogte waren – kregen echt niet massaal vrij om in Den Haag te gaan demonstreren.’
Andrej Josic (toen van scholierenorganisatie LAKS): ‘Bij ons waren er enkele tientallen jongeren boos over. Maar elke keer als je iets organiseerde, merkten we dat de achterban totaal niet gemotiveerd was. Ik begon ook echt te twijfelen of we niet gewoon op het verkeerde thema zaten voor scholieren met het leenstelsel. Het ergste vonden we dat ons meteen na het politieke besluit is gevraagd samen met het ministerie uit te gaan leggen hoe het stelsel in elkaar stak. We hebben een prutonderzoekje laten uitvoeren waaruit volgens De Telegraaf bleek dat een grote meerderheid van de scholieren geen idee had hoe ze straks moesten gaan lenen. Dit tot woede van het ministerie, want het leidde tot Kamervragen. Maar ja, we vonden ook dat toekomstige studenten goed moesten worden voorgelicht, en wilden niet dat kwetsbare jongeren hun plannen om te studeren zouden opgeven.’

Ik hou straks waarschijnlijk rond de 28 duizend euro schuld over, dat vind ik wel te overzien

Het waren achteraf gezien allemaal kansloze oprispingen vanuit de achterhoede, concludeert Josic. ‘Als laatste organiseerden we nog één keer een symbolische actie bij het Torentje van Rutte met een springkussen vol arme en rijke studenten, en dat was het.’

Andrej heeft later als student nooit een basisbeurs gehad. Hij is eerst gaan studeren aan de Erasmus School of Economics in Rotterdam. Tegenwoordig is hij masterstudent Quantative Finance aan de Universiteit van Amsterdam en woont hij op een gezellig-rommelig studentenhuis in Amsterdam-Zuid.
‘Het kan aan mijn studierichting liggen, maar ook daar speelde het leenstelsel niet zo. Ik heb vooral het eerste jaar volop geleend en niet gewerkt. Uiteindelijk hou ik straks waarschijnlijk rond de 28 duizend euro schuld over. Ik vind dat wel te overzien. Natuurlijk geldt dat niet voor iedereen. En het is waar dat jonge mensen al heel vroeg grote schulden opbouwen. Dat blijf ik kwalijk vinden. Onze generatie moet toch al flink boeten voor wat er mis is. Op de arbeidsmarkt en als het gaat om duurzaamheid bijvoorbeeld. En dan heb ik het niet eens over de huidige coronacrisis.’

Tom Hoven: ‘Toen het eenmaal zover was, dachten we bij de LSVb: nu moet elke student verbeteringen terugzien in het onderwijs. Het geld van de basisbeurs komt van studenten, en het moet voor hen worden gebruikt. Daarover is een sectorakkoord gesloten. Dat heeft niet helemaal goed uitgepakt als je het mij vraagt.’
Hij heeft zelf zijn hogeschoolopleiding met een basisbeurs af kunnen maken. Van achteraf zijn gelijk halen wil hij niets weten: ‘Voor die oplopende schulden heb ik wel gewaarschuwd, maar ik leef niet in de illusie dat er ook maar één politicus was die geen idee had dat dit een van de gevolgen kon zijn. Ook in de Tweede Kamer is daar welbewust voor gekozen. Blijkbaar was het een acceptabel risico.’

Altan Erdogan (met medewerking van Yvonne van de Meent, Laura ter Steege en Henk Strikkers).

In de volgende aflevering: ‘Voorinvesteringen: een onmogelijke opdracht’